Triggers TWEEDE GRAAD [ Een trigger is een mechanisme dat een proces in gang zet. ]

blind date
Ga een keer op blind date met een boek ...
Dit heb je nodig:
-
boeken ... minstens één boek er leerling
-
kartonnen zakken
Dit moet je doen:
-
Steek in elke zak een boek.
-
Schrijf op de zak enkele sleutelwoorden die bij het boek passen.
-
Zet alles klaar in de bib als de kinderen binnenkomen.
-
Laat ze kiezen en ... lezen!
TIP: Je kan dit ook organiseren met de kinderen zelf. Laat ze elk een blind date voorbereiden en meebrengen naar de klas. ​

mandjes lezen
Makkelijk Mandjeslezen is een leesvorm waarbij mandjes met divers leesmateriaal rouleert. Het doel is kinderen kennis te laten maken met én enthousiast te maken voor diverse soorten leesboeken.
Dit heb je nodig:
-
verschillende kleuren mandjes
-
kaartje met het soort boeken voor op het mandje te hangen
-
boeken ... (evt. door de kinderen meegebracht)
Dit moet je doen:
-
Vorm per mandje een leesgroep in de klas.
-
Per groep lezen de leerlingen uit dezelfde mand.
-
De mandjes kunnen per dag of per week rouleren.
-
Om de motivatie hoog te houden, kunnen de leerlingen elkaar fluisterend voorlezen, elkaar wijzen op mooie illustraties of elkaar een mop uitwisselen.
TIP: Lees de folder van Klassekist: klik hier

schrijver op een voetstuk
Komt er een jeugdschrijver op bezoek? Plaats hem op voorhand even op een voetstuk. Niets zo boeiend als een klas die op voorhand boeken gelezen heeft van de schrijver. De aandacht en motivatie zal alleen maar groter zijn.
Dit heb je nodig:
-
zoveel mogelijk boeken van de schrijver (stuur een mailtje naar de bib, neem mee tijdens je klassikale bibbezoek of haal ze zelf met je projectkaart)
-
zoveel mogelijk informatie over de schrijver
-
TIP: Heb je een sterke leerling in de klas die een extra uitdaging aankan? Laat hem/haar info over de schrijver verzamelen.
Dit moet je doen:
-
Zet je met de klas in de boekenkring (gewone klaskring die praat over boeken)
-
Vertel of laat vertellen over de schrijver.
-
Laat de boeken zien en vraag de leerlingen waarover ze denken dat de verhalen zullen gaan.
-
Lees een stukje voor uit één of meerdere boeken.
-
Korteg: trigger ze zoveel mogelijk!
-
Geef de boeken een plaats in je klasbib.
TIP: Laat de leerlingen even surfen (met een korte opdracht) naar de website van de schrijver.
.jpg)
slingerlezen
Kinderen maken na het lezen van een boek een mini-verslagje op een vlaggetje. Al de vlaggetjes van alle kinderen worden opgehangen in de klas. Zo wordt het lezen in de klas een echt feest.
Dit heb je nodig:
Dit moet je doen:​
-
Na het lezen vullen de kinderen een vlaggetje in.
-
Geef het vlaggetje een plaats aan een touw in de klas.
%20(1).jpg)
boekenkring
Boekenkring? Heel gewoon. Zet je met de klas in een kring en praat over boeken. Dan heb je een boekenkring. Als je dit geregeld doet, wordt het een activiteit om naar uit te kijken. Daar za je versteld van staan!
Hoe? Wat? Waarover?
​Uitgangspunt van de volgende activiteiten is steeds 'praten over boeken' om op die manier interesse te wekken en kinderen op een spontane manier tot leesplezier te brengen.
-
boekintroductie door leerkracht of leerling: De leerkracht/leerling laat het boek zien, vertelt er iets over en leest een aanstekelijk fragment voor. Wie het wil lezen, kan het meteen lenen. Voorwaarde is dat de leerkracht het boek heeft gelezen.
-
boekgesprek in tweetallen: De leerkracht deelt een aantal boeken uit in de groep. Ieder tweetal krijgt ten minste 2 boeken. De leerlingen lezen in tweetallen de achterfl ap en gaan samen in gesprek.
-
voorspellen: Een leerling laat een boek zien dat hij/zij gelezen heeft. De andere leerlingen moeten voorspellen waar het boek over gaat. ‘Waar zal het verhaal over gaan? Wat verwacht je? Wie spelen een rol in het boek?’ De leerlingen moeten hun antwoorden motiveren. Eerst worden verschillende antwoorden geïnventariseerd, pas daarna vertelt de leerling of de verwachtingen kloppen, door kort te vertellen waarover het boek gaat.
-
hoofdpersonage zoekt boek: Maak een set kaartjes met titels en een set kaartjes met bijbehorende hoofdpersonen van boeken die in de groep zijn gelezen. Geef ieder kind een kaartje en laat ze hun partner zoeken. Wie vindt zijn partner als eerste? Kloppen alle namen en titels? Vraag 1 of 2 koppels om iets te vertellen over het boek of het personage.
-
heftig: Scan een aantal dramatische illustraties uit enkele onbekende boeken. Laat de leerlingen raden wat zich afspeelt. Toon dan het boek waaruit de betreffende afbeelding afkomstig is en vertel kort waarover het gaat. Wie wil het boek lenen?
-
liever informatief: Kopieer de inhoudsopgave van een informatief boek. Lees een stukje voor en vraag de leerlingen wat de titel van dit boek zou kunnen zijn. Wat voor informatie zou je kunnen vinden bij het hoofdstuk met de titel …? Wie kan iets over dit onderwerp vertellen?
-
...